Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB0859

Datum uitspraak2007-08-03
Datum gepubliceerd2007-08-03
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/802207-06
Statusgepubliceerd


Indicatie

Vader wordt vrijgesproken van het seksueel misbruik van zijn twee kinderen.


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Sector Straf Meervoudige kamer Parketnummer: 06/802207-06 Uitspraak d.d.: 3 augustus 2007 Tegenspraak / dnip VONNIS in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [1972], wonende te [adres]. Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 20 juli 2007. De tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd dat: hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks tussen 1 november 2003 en 21 september 2005, te Elburg, althans in Nederland, (telkens) ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind(eren), [zoon1], geboren op [2000] en/of [zoon2], geboren op [2002], bestaande die ontucht hierin dat hij verdachte - de piemel van [zoon1] en/of [zoon2] in zijn mond heeft genomen en/of in de piemel van [zoon1] en/of [zoon2] heeft gebeten en/of - (aan) de piemel van [zoon1] en/of [zoon2] heeft gerukt en/of getrokken en/of vastgepakt en/of - een vinger en/of stoepkrijt, althans een voorwerp, in de anus van [zoon2] en/of [zoon1] heeft geduwd en/of gestoken en/of - zijn, verdachte's, piemel, in de mond van [zoon1] en/of [zoon2] heeft gestopt en/of aan zijn piemel heeft laten likken door [zoon2] en/of [zoon1]; art 249 lid 1 Wetboek van Strafrecht Vrijspraak Door [naam moeder], de moeder van [zoon1] en [zoon2], is, nadat zij hiervan op 5 oktober 2005 bij de politie reeds melding had gedaan, op 19 oktober 2005 aangifte gedaan van vermeend seksueel misbruik (dossierpagina: 13-26) door verdachte. In deze aangifte verklaart zij over uitlatingen van haar kinderen op grond waarvan vermoedens van seksueel misbruik zijn ontstaan. Ook de moeder en de zuster van aangeefster, alsmede de juffrouw van [zoon2], [naam juffrouw], verklaren over uitlatingen van de kinderen die dergelijke vermoedens opleveren. Verdachte heeft de beschuldiging ontkend. Op 10 en 17 oktober 2005 zijn de kinderen geobserveerd door mevrouw L. de Vries, kinder- en jeugdpsycholoog, verbonden aan de Isala klinieken te Zwolle. In het naar aanleiding daarvan opgemaakte observatieverslag van 2 november 2005 wordt geconcludeerd dat er bij de kinderen geen extreem opvallend of afwijkend gedrag is waargenomen tijdens de speltherapie. Voorts wordt geconcludeerd dat het lijkt alsof [zoon2] fantasie en werkelijkheid nog niet altijd goed kan onderscheiden (dossierpagina: 33-35). Voorts zijn in het dossier verslagen aanwezig van drs. L. Simon-Noorderman (ontwikkelings-psycholoog en werkzaam bij het Centrum Psychotrauma Hulpverlening te Dronten). Hieruit en uit hetgeen zij ter terechtzitting als getuige-deskundige heeft verklaard, blijkt dat, naast het feit dat de observaties niet in het teken van de waarheidsvinding staan (dossierpagina 48), de vraag of bij [zoon1] en [zoon2] sprake is van seksueel misbruik, niet eenduidig met ja of nee kan worden beantwoord (dossierpagina 46). Voorts verklaart zij dat het denkbaar is dat kinderen kunnen liegen over dergelijk misbruik. Uit de brief van kinderarts H.J. van Unen van 2 november 2005, blijkt dat bij de kinderen bij onderzoek van de buik geen bijzonderheden zijn gevonden, dat bij inspectie van het genitaal gebied geen afwijkingen zijn gezien en dat bij beide jongens een normale anusfreflex is waargenomen zonder andere van buitenaf zichtbare afwijkingen (dossierpagina: 31). De rechtbank is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat er naast de geuite vermoedens geen enkel direct bewijs aanwezig is, noch dat concrete feiten en omstandigheden zijn komen vast te staan op grond waarvan wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte de tenlastegelegde seksuele handelingen heeft gepleegd. De verdachte behoort mitsdien van het ten laste gelegde te worden vrijgesproken. Vorderingen tot schadevergoeding Namens de benadeelde partijen [zoon1] en [zoon2] zijn door [naam moeder] een tweetal vorderingen tot schadevergoeding ingediend van € 10.592,62 respectievelijk € 10.518,98 ten aanzien van het ten laste gelegde. Nu verdachte is vrijgesproken van het ten laste gelegde, zullen de benadeelde partijen niet-ontvankelijk worden verklaard in de door [naam moeder] namens hen ingediende vorderingen. Beslissing De rechtbank beslist als volgt. Verklaart niet bewezen, dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart [naam moeder] als wettelijke vertegenwoordigster van [zoon1] en [zoon2] niet-ontvankelijk in haar vorderingen. Aldus gewezen door mrs. Hemrica, voorzitter, Hödl en Follender Grossfeld, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Meerdink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 augustus 2007.